zaterdag, augustus 27, 2005

Steamboy

Ik heb regelmatig met open mond naar het scherm gekeken. Een typisch Japanse wil-tot-perfectie die zich stort op Victoriaans Londen. Akira hervertelt als parallelle geschiedenis van de Industriële Revolutie. Magistrale recreaties van een rokend Manchester en de grandeur van Londen (het Crystal Palace, dat glas vraagt natuurlijk om gebroken te worden) en waanzinnig gedetailleerde en fantasievolle stoommachines.

Steamboy is, onvermijdelijk, ook een soort vervolg op Gibson en Sterlings Difference Engine, alleen hier is het niet de computer die “te vroeg komt” maar een mysterieuze bal die eindeloze energie produceert. Wat je dan krijgt is een vruchtbare verplaatsing van gebruikelijke Japanse obsessies (cyborgs, robots, pseudo-atoomexplosies – zie de magische bevroren explosie wanneer het stoomkasteel in de Thames stort) naar 19e eeuws Engeland. Het ziet er dus goed uit maar Otomo verankert het, zoals je mag verwachten van een grootmeester, in een dubbel vadercomplex en laat morele zekerheden verwateren tussen de polen van extreem kapitalisme (de O’Hara stichting) en een ijdele natiestaat (Groot-Brittannië).

Kortom opnieuw een animé die slim technologie theoretiseert/esthetiseert. Maar wat me deed denken: jammer dat zo weinig van dit soort grootheden videoclips maken. In zekere zin is de clip voor Ken Ishiis ‘Extra’ (1995) de ultieme technoclip en animé (non-lineair en extreem gewelddadig.)