vrijdag, januari 07, 2005

The Dreamers deel II

Misschien was ik in mijn eerste reactie op The Dreamers te streng. Want het is wel degelijk een film waar je over na blijft denken en waar verscholen lagen in zijn te ontwaren. Vrees dat ik met teveel vooringenomen ideeën de film ben gaan kijken, namelijk het beeld dat het over 1968 (dat wat Bertolucci zelf enigszins probeert te suggereren) of over seks (de amerikaanse “schandaal” ontvangst) zou gaan. De sleutel is natuurlijk cinema en de confrontatie met seks en politiek of waar het op uitdraait: waar liggen de grenzen van cinema? Bertolucci lijkt te suggereren dat waar seks begint, cinema eindigt. In seks vallen de filmische referenties waarmee de personages hun leven kaderen weg (of wel cinema eindigt, pornografie begint.) Hetzelfde gebeurt eigenlijk met politiek, op het moment dat Isabelle, Theo en Matthew de straat opgaan zijn de filmische analogieën verdwenen. Dat was ook Godards fabuleus politieke gebaar waarmee hij Weekend (1967) afsloot door met het einde van de film meteen het Einde van de Cinema uit roepen (hoe Godard vervolgens film puur politiek maakt is een ander verhaal.) The Dreamers komt vervolgens in een paradoxale situatie terecht: want zelf filmt ze wat ongrijpbaar zou moeten zijn (Baudrillard: “Mei ’68 is een gebeurtenis die onmogelijk is geweest te rationaliseren of uit te buiten, waar niets uit is geconcludeerd. Het blijft ontcijferbaar. Het was de voorloper van niets.”) Vandaar ook dat de laatste scènes op straat zo vlak voelen, nep in hun concreetheid.

Wat uiteindelijk bij mij denk ik wringt is dat Bertolucci het poëtische gebaar inruilt voor (de simulatie van) de naakte realiteit. Er is hier niets met de kracht van de dansscène in Il Conformista (1970), dat dronken beeld dat suggereert dat twee dansende vrouwen de essentie van antifascisme vormen. Laat staan de manier waarop Antonioni in zijn immer ondergewaardeerde Zabriskie Point (1970) de confrontatie aangaat met juist deze twee vraagstukken (waar blijft die dvdversie trouwens?) De seksscène die overgaat in een fantasie van meervoudigheid (al durfde Antonioni, toch al in problemen met amerikaanse autoriteiten, blijkbaar niet voluit te gaan, waardoor je dat rare anachronistische pantomime effect krijgt) en het visioen van de oneindige explosie van de consumptiemaatschappij. Had The Dreamers op cruciale momenten iets van die kracht weten te kanaliseren was de film een daverend succes geweest.