vrijdag, december 31, 2004

Waarom niet zwijgen over muziek?


 Posted by Hello


Zo dat zit er gelukkig weer op, het lijstjesseizoen is ten einde (onbegrijpelijk dat er mensen zijn die zichzelf dwingen om over 50 platen van een jaar iets te zinnigs te schrijven, het enige wat ik nog uit mijn handen krijg is veredeld remix werk) en een kwart van Droommachine: Sporenburg is alweer verstreken. Heb in ieder geval een paar leuke ontdekkingen gedaan bij andere bloggers (Koen en vooral Joris bezitten een gave om je heel efficiënt, voorbij je ingesleten lees/luister/aanschaf patronen te enthousiasmeren), dat waar die jaarlijsten toch eigenlijk voor dienen. Even snel dan: Mylo - Destroy Rock ’n Roll (Daft Punk light, soms een beetje drammerig maar heel prettig en onpretentieus, die originele versie van ‘Drop the pressure’ is een soort filterdisco versie van Beltrams ‘Energy Flash’); Isis – Panopticon (Cliff Burton blijft leven, Metallica wordt door hem langzaam omgeturnd tot hippies die tegels hasj consumeren waardoor de stop/start esthetiek wordt ingeruild voor langzaam verschuivende plateaus); Zeena Parkins & Ikue Mori - Phantom Orchard (harp en electronica en Sun Ra en whoaah); Joanna Newsom - The Milk Eyed Mender (elfje met sublieme stem en harp/piano, bovendien een tekst als "And the signifieds butt heads with the signifiers, and we all fall down slack-jawed to marval at words!" wordt een Barthesiaan natuurlijk erg blij van, sowieso is die plaat dronken van wilde poëzie & schoonheid & magie & hoeraikbenbetoverdendeleef!) en de raarste van allemaal Ariel Pink’s Haunted Graffiti The Doldrums (dat is nou klasse, een verrot opgenomen potpourri geïnspireerde onzin, een geheime kaart van L.A. Zoals ik Joris al meldde: een soort London Calling maar dan goed.)

Doe ik het toch weer: als een kip zonder kop over muziek doorzagen. Januari is altijd het moment om even te zwijgen over muziek, ten minste dat hoop ik elk jaar weer. Even de eeuwige cyclus van verlangen en taal doorbreken. Natuurlijk kreeg ik eergisteren toen ik met een half oog naar de Top-2000 keek zin om die dubbele livecd van Talking Heads per direct aan te schaffen om vervolgens bij de platenkast die nog steeds volstrekt in willekeurige volgorde is ingeruimd naast elkaar cds zag liggen die ik allemaal meteen wilde luisteren (ongelofelijk eigenlijk: So (van So niet van P.Gabriel), 10e jubileum cd van Moving Shadow, Frontal Frustration, NEU 75, Zuckerzeit, Avant Hard, Debut, Tago Mago en ga zo maar door, allemaal fantastisch.) Vorig jaar rond deze tijd speelde ik met het idee om te stoppen met schrijven over muziek (had het allemaal gezegd, roepende in woestijn, etc). Die gedachte zal ik nu niet herhalen, heb daarvoor het afgelopen jaar teveel leuke dingen geschreven, daar zal in 2005 genoeg inspiratie voor worden aangedragen (Daft Punk album in maart, Justus Köhncke album in januari, Vitalic album, de onstuitbare opgang en even onvermijdelijke neergang van Vet Geluid die gedocumenteerd moet worden) en 2004 is ook wat meer een collectief, zo je wil gezelliger jaar geworden.

Dit begint al teveel op een te lange nieuwjaarsspeech te lijken. Waar wil ik nou heen? Mijn favoriete televisieserie aller tijden is Cracker, dat ooit liefdeloos achteraf werd uitgezonden door RTL5. In de beste aflevering wordt de even geniale als onmogelijke Cracker (Robbie Coltrane als psychiater die dienst doet bij de politie van Manchester) geconfronteerd met een moordende hooligan (waanzinnig intense pre-Trainspotting Robert Carlyle.) Nadat ze elkaar hebben toegeschreeuwd van welke club ze zijn (Cracker komt “CELLLLLLTIC” scanderend de verhoorkamer binnen) begint Cracker:

“I used to talk football all the time with my dad. It was safe. Kept us from talking about real things.”

Net niet een vuistslag in het gezicht maar sindsdien heb ik significant minder over voetbal geluld met mijn vader (al zal Justine of mijn moeder als ze dit zouden lezen, in lachen uitbarsten.) Wat voor de relatie voetbal<>vader geldt, vermoed ik in pessimistische buien, geldt voor muziek en mijn relatie met de rest van de wereld, een soort oneindig gesprek over een schild van symbolen waar achter iets waarachtigers schijnt te bestaan. Tot op zekere hoogte, probeer ik vervolgens tegen te werpen, misschien als je lui bent, wanneer je je verveelt is het een soort leeg spel in trivia. En in waarachtigheid/echtheid als basis van de gevoelshuishouding geloof ik toch niet. Er zijn ongetwijfeld dingen die ik op automatische piloot schrijf of beter als eendimensionale recensies over alleen de muziek op een album maar eigenlijk schrijf ik zelden echt over muziek, zijn het verkapte liefdesbrieven aan Justine, pogingen om Maurits in leven te houden (gisteren weer eens LTJ Bukem opgezet, tegenwoordig onmogelijk melancholische muziek – wordt er nog muziek gemaakt met zo’n overweldigende oceanische pracht?), grip te krijgen op 1991 en, eerlijk is eerlijk, de opening dat een bepaald psychedelisch visioen eens heeft teweeggebracht keer op keer in woorden te vangen. Of ik daar ooit over uitgeschreven raak is te betwijfelen.

Ik spreek jullie in 2005.