The Dreamers
Parijs 1968. Cinemaverslaving. Seks. En zo’n titel. Een film gemaakt voor mij. Zou je denken. En toch weerhield iets me ervan de film eerder te zien (hij was ook binnen drie weken uit de bioscoop verdwenen.) Gezond verstand fluistert al snel in dat zoiets alleen maar kan tegenvallen. En de twijfel werd vooral gegenereerd door Bertolucci, een filmer die ik nooit echt heb vertrouwd. Niet geheel ten onrechte blijkt nu weer.
Zoals al zijn films ziet The Dreamers er fabuleus uit, de mise-en-scène is fantastisch en zijn unieke kleuren worden ditmaal op prettige wijze vermengt in die post-JFK school van korrel/film/media gebruik. Het eerste bedrijf waarin de cinefiele hoofdpersonages worden geïntroduceerd is prachtig vormgeven doordat Bertolucci andere films in het verhaal verwerkt die de beleving/fantasieën van de personages sturen. Bovendien weet hij heel effectief een beeld neer te zetten van een tijd waarin film er maatschappelijk nog echt toe deed, er nog vragen werden gesteld voorbij het aantal extra’s op een DVD.
Helaas laat hij het vervolgens met de twee andere thema’s (seks en politiek) ontzettend afweten. Politiek (1968) blijft achtergrond, een cosmetische Maoposter hier, een ongerichte discussie daar. Nooit wordt de schoonheid/grootsheid/gevaar/breuk van mei ’68 benaderd. Tegen het einde is er een afgeraffeld opgaan in het protest met een halfbakken moreel dilemma. Teleurstellend omdat een prachtige, korte scène waarin Isabelle en Matthew geconfronteerd worden met een enorme berg onopgehaalde vuilnis wel die kracht bezit.
Seks is op een of andere manier bijna altijd problematisch in films (Betty Blue, Lost Highway, de films van Julio Medem uitgezonderd), weet moeilijk te ontkomen aan de polen van esthetisering en (on)realisme. Een pluspunt is dat er tegenwoordig wat makkelijker gedaan wordt over mannelijk naakt, al durft Bertolucci nog niet zoals Medem in Lucia y el sexo zijn mannen voluit met erectie in beeld te laten (belachelijk taboe natuurlijk.) Maar als je denkt dat hierdoor een emancipatie van de seksuele blik door wordt bevorderd kom je bedrogen uit. Bertolucci kan zijn obsessie met maagden nog steeds niet onderdrukken en die wordt hier wel erg potsierlijk (Isabelle is en zelfverzekerd lekker wijf in een incestueuze relatie met haar broer en tot opluchting van Matthew nog maagd en meteen daarna de bedreven seksgodin.)
Het probleem ligt denk ik ook dieper, dat wil zeggen in het bronmateriaal, het boek en scenario van Gilbert Adair. Los van het feit dat driehoeksverhoudingen en incest doodsaai zijn geworden, irriteren de voorspelbare verhoudingen. Isabelle is object van verlangen, leuk gezelschap voor spelletjes vol filmtrivia maar zodra er gediscussieerd moet worden zijn het de jongetjes onder elkaar. Misschien zijn Isabelle en Theo symbolen, weetjewel, de vrouwelijk en mannelijke kant van een enkele persoon maar het is uiteindelijk ook een teleurstellend realistisch beeld van de verhoudingen tussen 68ers: man op de barricade/podium, vrouw verzorgt/heelt (al valt het nog mee dat Isabelle als kok een ramp is.) Natuurlijk vraag ik weer teveel maar wat was het nou leuk geweest om, als we toch de tijdgeest wilde eren/idealiseren, de seksualiteit (in navolging van haar meest radicale theoretici) echt voorbij de seksen te laten vlammen in een polymorf pervers experiment. Al was Theo maar het voornaamste object van verlangen en Isabelle partner in taal. Een echte revolutie van codes, maar ja die is lastiger te verkopen als nostalgie. Nu blijft 1968 behang en als je dat even wegdenkt blijft er heel weinig over van de film.
(Over achtergrond gesproken. The Dreamers heeft een prettige soundtrack. Voorbij de verplichte Hendrix en Dylan is er ook ruimte voor Françoise Hardy en Michael Polnareff. En wie glorieus naar boven komen drijven zijn The Doors. Moet minstens 10 jaar geleden zijn dat ik voor het laatst naar Morrison en zijn kornuiten heb geluisterd maar in een flits was weer duidelijk waarom dat ooit toch wel belangrijke muziek voor mij was. Bertolucci gebruikt ook niet de voorspelbare liedjes maar de trance-blooze van ‘Maggie M’Gill’ en ‘The Spy’ wanneer Matthew door Isabelle’s bourgeoisprinses slaapkamer sluipt en daar tekens vindt van een heel ander leven (Morrison: “i know the dream, that you're dreamin' of/
i know the word that you long to hear/
i know your deepest, secret fear.” The Doors zijn overgeanalyseerd, geprezen, om de zoveel tijd compleet afgebrand maar dit is subliem.) Heb meteen Waiting For The Sun opgezet en verdomd: fantastisch! Gevangenis chants, nostalgische liefdesnummers, die bas in ‘Unknown Soldier’, micro/protoprog (‘Spanish Caravan’) altijd die rare mix van poëzie en flauwe/bizarre grappen/grollen en dat vaak in een nummer, zie ‘Not to touch the earth’. Raar hoe je dat kan vergeten.)
<< Home