De Dood van een Filosoof
Niet een complete verrassing maar het is dan toch gebeurd, Jacques Derrida is op 74-jarige leeftijd overleden in Parijs. Eerlijk gezegd was ik pas dit jaar begonnen met het lezen van zijn werk. Ik kon het op een gegeven moment niet meer uitstellen aangezien hij een te grote invloed is op schrijvers, denkers en artiesten die ik interessant vind (Ian Penman, Samuel Delany, Autechre, Roland Barthes.) Hem lezen is zelden makkelijk. Vaak moet ik erg om hem lachen, om het doolhof dat hij schept, vervolgens zelf in lijkt te verdwalen en dan op miraculeuze wijze uit weet te ontsnappen, om de pagina’s lange deconstructies van schijnbaar onbelangrijke details die opeens overgaan in subliem lucide stukken waardoor je inderdaad op een nieuwe manier over dingen gaat nadenken. Ondanks de beschuldigingen dat hij een charlatan of filosofische nar zou zijn, is, wanneer je zijn werk leest zo duidelijk dat Derrida alleen maar een heel subtiele nar kon zijn omdat hij de hele Westerse filosofie in de vingers had (hij kreeg daardoor ook iets ongrijpbaars, je wist gewoon dat hij geconfronteerd met kritiek altijd een uitweg zou weten te vinden.) Hij had altijd iets iconisch met dat witte haar (hij leek er wel mee geboren) maar dan wel een vriendelijk/ironisch icoon en één die volgens goed Frans gebruik niet bang was om zich te engageren. Bovendien hield hij van voetbal (Paris St. Germain was zijn club) en dat zijn altijd de meest sympathieke filosofen. Het vervelende is dat ze langzaam maar zeker uitdoven, de laatste, meest heldere sterren uit een uniek tijdperk, een intellectuele/sociale omwenteling waar we nog steeds, in die vreemde schemertijd van de 21ste eeuw, mee worstelen.
<< Home