vrijdag, oktober 08, 2004

CSI, geweld en een Nieuw Vietnam

Crime Scene Investigation is nu twee keer per week op tv. Vrijdag nieuwe afleveringen en dan maandag herhalingen (zo te zien aan de baard van Grissom, gespeeld door William Petersen wat ik altijd wel een prettige acteur heb gevonden en die hier geregeld de show steelt als omgevallen boekenkast/hoofd forensisch onderzoek.) Het plezier van de serie is onvergelijkbaar met andere politieseries. CSI heeft eigenlijk weinig te maken met schuld en boete (zodra dat naar de voorgrond dringt, verliest het zijn betovering.) Het draait allemaal om wetenschap en technologie en dan vooral het zichtbaar maken van het onzichtbare, het scheiden van sporen van geweld uit de duizelingwekkende hoeveelheid sporen die we produceren door gewoon te leven.

Het technologische zit ook in de manier waarop de serie is gefilmd. Puur post-Fincher digitaal vuurwerk. Dat is overigens ook waar de serie me af en toe flink tegenstaat: het maakt een fetisj van de effecten van Amerikaans geweld dat vaak ijskoud in beeld is gebracht (het machinale van geweld, zelden het gezicht van de dader in beeld.) En dan is er verwondering, de haast abstracte animaties die vaak op moleculair niveau verbeelden hoe sporen ontstaan. Fascinerend, dat is zeker, al verlang ik soms na een lugubere CSI sessie weer even naar de kalmte van een Frost of Morse (die zich eigenlijk op typische Britse wijze bijna alleen maar met taal en klasse bezighouden.)

(En die overzichtelijkheid en kalmte van de Britse buitenwijk/universiteitsstad wil ik graag ergens in mijn bewustzijn terugzien want nu we het toch over geweld hebben: ligt het aan mij of is de invasie van geweldsbeelden in de privé-sfeer zich snel aan het vermenigvuldigen? Hoort bij een “nieuw Vietnam” ook een nieuw gemedieerd “Vietnam”? Ik voel me in rap tempo veranderen in zo’n brievenschrijver die bij zijn krant klaagt “of het niet wat minder kan op de voorpagina”. Ik werd toch wel bevangen door een wrang gevoel toen ik laatst Hannah blij haar ontbijt zag eten terwijl naast haar op de tafel een still zichtbaar was van die laatste Irakese executievideo. Het zegt haar gelukkig niks en ik heb de krant snel dichtgevouwen, alleen bij mij blijft het wel doorspoken. Los daarvan irriteer ik me gewoon aan de geilheid waarmee dat soort beelden worden gebracht (De Volkskrant is hier lekker mee bezig, zie ook laatst die beelden van de beveiligingscamera tijdens de bomontploffing op het Atocha treinstation, nieuwswaarde 0,0.) Op een meer afstandelijk niveau is het natuurlijk fascinerend, die hele psychopathologie van de technologische mens en de helende kracht van geweld waar Ballard het altijd over heeft. Dat complex leek te pieken in de jaren zestig, vervolgens werd het gekanaliseerd/geësthetiseerd en nu begint het terug te lekken als een raar spel van genot, geweld, exhibitionisme en paranoia. De terugkeer van De Tentoonstelling der Wreedheden (zag trouwens laatst bij Waterstone’s weer een exemplaar liggen van Ballards The Atrocity Exhibition…voor wie die sleuteltekst nog zoekt.))