Karaoke Kalk levert opnieuw de goederen af
Vreemd, onkwalificeerbaar label. Duits natuurlijk. Opererend op dat cruciale grensgebied waar electronica, droompop en shoegaze elkaar ontmoeten. Volgende maand komt Wir Sind Hier het nieuwe album van März uit op Karaoke Kalk. Er zitten een paar missers tussen maar op zijn best vindt März nieuwe lichtvallen en schaduwen in de pastorale techno (een subgenre dat de laatste tijd een beetje vast zit in zijn eigen akoestische gitaargetokkel.) Liedjes als het titelnummer vinden aansluiting bij de kampvuurchic van Animal Collective en dat is allemaal wel erg gezellig. Geef mij echter maar de moeiteloze bergrit op een heldere lentedag (‘Blaue Faden’) of het intiem desolate ‘Welt Am Draht’, heerlijk op een zomerse avond liggend op een heuvel, chemicaliën in je bloedbaan, de kosmos observeren.
De nieuwe März is dus een beetje onevenwichtig, de nieuwe Toog is daarentegen perfect. Korte plaat (33 minuten) en zo lastig om in woorden te vangen wat er op Lou Étendue precies gebeurt. Ik heb wel eens muziekwetenschappers hooghartig horen klagen over technoproducers dat “ze vrijheid claimen en zichzelf vervolgens zo beperken.” En misschien hadden ze gelijk, alleen hoort dansmuziek binnen bepaalde ritmische parameters te blijven. Techno dient zijn vrijheid in textuur te zoeken om zich te onderscheiden. Electronica in bredere zin (ambient, glitch, clicks ’n cuts, noem maar op) zou die vrijheid veel brutaler moeten opzoeken aangezien zij zich niet aan het dictaat van de dansvloer hoeft te houden. En dat mis ik toch wel vaak, het is allemaal te aangeharkt, teveel het uitwerken van details, te weinig breuken zoeken met paradigmaschuivers als Autechre, Boards of Canada, Oval. Toog maakt Vrije Electronica. Tracks hebben de neiging om plotseling in iets compleets anders te veranderen: er zijn poëtische voordrachten, het pianospel klinkt steeds alsof het in een andere eeuw is opgenomen, en er is een hele vreemde manier waarop het geluid door de mangel wordt gehaald, echo’s worden toegepast, ritmes worden geloopt. Een “LP over liefde en terrorisme” geïnspireerd door liefdesgedichten van Apollinaire waarin Asia Argento de rol van Lou op zich neemt, dat kan ook niet tegenvallen.
De nieuwe März is dus een beetje onevenwichtig, de nieuwe Toog is daarentegen perfect. Korte plaat (33 minuten) en zo lastig om in woorden te vangen wat er op Lou Étendue precies gebeurt. Ik heb wel eens muziekwetenschappers hooghartig horen klagen over technoproducers dat “ze vrijheid claimen en zichzelf vervolgens zo beperken.” En misschien hadden ze gelijk, alleen hoort dansmuziek binnen bepaalde ritmische parameters te blijven. Techno dient zijn vrijheid in textuur te zoeken om zich te onderscheiden. Electronica in bredere zin (ambient, glitch, clicks ’n cuts, noem maar op) zou die vrijheid veel brutaler moeten opzoeken aangezien zij zich niet aan het dictaat van de dansvloer hoeft te houden. En dat mis ik toch wel vaak, het is allemaal te aangeharkt, teveel het uitwerken van details, te weinig breuken zoeken met paradigmaschuivers als Autechre, Boards of Canada, Oval. Toog maakt Vrije Electronica. Tracks hebben de neiging om plotseling in iets compleets anders te veranderen: er zijn poëtische voordrachten, het pianospel klinkt steeds alsof het in een andere eeuw is opgenomen, en er is een hele vreemde manier waarop het geluid door de mangel wordt gehaald, echo’s worden toegepast, ritmes worden geloopt. Een “LP over liefde en terrorisme” geïnspireerd door liefdesgedichten van Apollinaire waarin Asia Argento de rol van Lou op zich neemt, dat kan ook niet tegenvallen.
<< Home