Bret!
Passionate Magazine met een Bret Easton Ellis special! Dan heb je mijn aandacht (shit, jaargang 12?!?) Leest het zo in een middagje uit en het is niet allemaal even interessant, maar kom op het is een goede poging om eens serieus BEE te plaatsen. Begint als een trein: hoofdredacteur Dekker wint er geen doekjes om “Ellis is een revolutionair, en zijn American Psycho vormt een keerpunt in de literatuur.” Hupsakee, niet voorzichtig doen gewoon voor het grote gebaar gaan (als hoor ik Arie nu al protesteren.) Ook een lekker carrièreoverzicht waarin zulke pareltjes staan als “Ik herinner me heel precies dat ik zwarte coltruien droeg en langzaam door de regen liep met mijn handen in mijn zakken, zelfs al op de kleuterschool. Ik had helemaal geen plezier in waar mijn klasgenoten zich mee vermaakten: klimrekken, draaimolens, samen liedjes zingen, ik vond het allemaal even hopeloos.” Als kind schreef hij ook al een verhaal over een jongen die wakker wordt en ontdekt dat hij in een pannenkoek is veranderd.
Maar genoeg gelachen. Bas Heijne bewijst weer eens dat hij een groot essayist is. In ‘Een oord van onderkoelde verschrikking’ doet ook hij niet moeilijk: de beste schrijvers zijn verslaafde schrijvers en Ellis hoort “gewoon” thuis in het rijtje Dostojewski, Fitzgerald. Precies. Had misschien zelfs wat langer gemogen en ook hier, zoals in de andere bijdragen wordt Glamorama te makkelijk ondergewaardeerd. Rob van Erkelens ‘Ik ben er niet’ is op zich goed maar als je een beetje thuis bent in de Ellis <> Baudrillard interface kom je tot weinig nieuwe inzichten. Aan de magere kant is Leon Verdonschot over muziek in Ellis. Lijdt een beetje aan het “nee Bateman, Springsteen is niet overgewaardeerd” probleem (ik zou zeggen, daar heeft Bateman nou wel een keer gelijk.) Vreemd genoeg ook geen Led Zep citaat uit Less Than Zero. Gemiste kans, check ‘Notes Degree Zero’ van Graham Caveney in Shopping In Space essaybundel uit 1992 voor een interessante analyse van muziek in Less Than Zero (sowieso wordt Ellis gebruik van muziek in die bundel uitstekend geduid.)
Staan ook nog wat ellisiaanse verhalen in van Nederlandse schrijvers. Ik word er niet vrolijk van. Behalve Thomas van Aalten, die met ‘216.52.241.176’ iets van ballen toont (en mooi inspeelt op Lunar Park.) Blijft lachen met die gast (vreemd dat zoveel zuurbekjes het niet herkennen.) Mooie foto’s van Ellis trouwens (vooral die in Amsterdam met voorbijrijdende tram waarop de tekst “Dichtbij…heel anders” is te ontwaren. Goeie paarse stropdas trouwens.)
Maar genoeg gelachen. Bas Heijne bewijst weer eens dat hij een groot essayist is. In ‘Een oord van onderkoelde verschrikking’ doet ook hij niet moeilijk: de beste schrijvers zijn verslaafde schrijvers en Ellis hoort “gewoon” thuis in het rijtje Dostojewski, Fitzgerald. Precies. Had misschien zelfs wat langer gemogen en ook hier, zoals in de andere bijdragen wordt Glamorama te makkelijk ondergewaardeerd. Rob van Erkelens ‘Ik ben er niet’ is op zich goed maar als je een beetje thuis bent in de Ellis <> Baudrillard interface kom je tot weinig nieuwe inzichten. Aan de magere kant is Leon Verdonschot over muziek in Ellis. Lijdt een beetje aan het “nee Bateman, Springsteen is niet overgewaardeerd” probleem (ik zou zeggen, daar heeft Bateman nou wel een keer gelijk.) Vreemd genoeg ook geen Led Zep citaat uit Less Than Zero. Gemiste kans, check ‘Notes Degree Zero’ van Graham Caveney in Shopping In Space essaybundel uit 1992 voor een interessante analyse van muziek in Less Than Zero (sowieso wordt Ellis gebruik van muziek in die bundel uitstekend geduid.)
Staan ook nog wat ellisiaanse verhalen in van Nederlandse schrijvers. Ik word er niet vrolijk van. Behalve Thomas van Aalten, die met ‘216.52.241.176’ iets van ballen toont (en mooi inspeelt op Lunar Park.) Blijft lachen met die gast (vreemd dat zoveel zuurbekjes het niet herkennen.) Mooie foto’s van Ellis trouwens (vooral die in Amsterdam met voorbijrijdende tram waarop de tekst “Dichtbij…heel anders” is te ontwaren. Goeie paarse stropdas trouwens.)
<< Home