donderdag, februari 24, 2005

Nog meer echt/fake

Veel discussie in de blogosfeer over M.I.A. en haar debuutalbum Arular. Blijkbaar is er iets teveel enthousiasme gecreëerd want de onvermijdelijke backlash is inmiddels begonnen nog voordat haar album is verschenen. Het eerder in You’re a fake gelinkte Village Voice artikel van Simon Reynolds heeft een waar schisma zichtbaar gemaakt waarin de vraag echt/onecht, hype, geografie, inspiratiebronnen en de rol van connecties aan de orde wordt gesteld.

Onvermijdelijk is Reynolds op blogs als Clap Clap en ILM flink aangepakt (inmiddels een even vast ritueel als Pitchfork afzeiken) waarop de oude ster op zijn blissblog in de tegenaanval gaat maar eigenlijk om de hete brij draait. Immers deze vragen die hij aan M.I.A.-lovers stelt zijn makkelijk te neutraliseren:

What is the significance of naming your record in homage to a struggle [M.I.A. refereert veel aan de strijd van de Tamil Tijgers – OMC] that 99 percent of your listenership don’t know anything about…

Het probleem van bijna alle politiek popmuziek nietwaar? Waarom noemde The Clash een album Sandinista!, waarom een liedje als ‘Sunday, Bloody Sunday’ zingen (man, Bono was daar helemaal niet bij, wat een nepper!), waarom eigenlijk nog over iets zingen?

what is the significance of playing music from the hillside slums of Brazilian conurban sprawls to audiences thousands of miles away geographically and just as remote in terms of their living conditions etc?

Geen idee, maar als het “fout” is wil ik graag zijn dub en reggae albums overnemen. En dan mag hij er meteen Metal Box bijdoen. Trouwens rasta’s zijn ook allemaal nep, altijd zingen over Afrika maar teruggaan naar Ethiopië komt er nooit van.

Hilarische afsluiting ook met het advies om van M.I.A. te genieten als pop (niet-rock). Het blijft gissen maar ik heb het idee dat Reynolds toch persoonlijk erg in de knoop zit met een soort vastgeroest en geïnternaliseerd Brits klassensysteem. In het originele Voice artikel wordt M.I.A. eigenlijk beschuldigd van het verraden van haar klasse door naar artschool te gaan en daar, oh de schande, connecties te maken (wat had ze dan moeten doen om echt te zijn? Op haar 16e zwanger worden, daarna een carrière als crackdealer? Misschien daarna nog tijd over om een plaatje te maken?) Aan de andere kant heeft Reynolds last van een soort doorgeschoten politiek correct denken dat uiteindelijk gewoon racistisch wordt. “Don’t let her brown skin throw you off” is verschillende mensen al in het verkeerde keelgat geschoten, ik vond zelf zijn beschrijving van “genuwine black girls from the ‘hood” als achtergronddanseressen vrij pijnlijk, de implicatie: M.I.A. is niet echt zwart. En zwarten zijn in Reynolds wereldbeeld de enige mensen die voorbij tijd en context altijd authentiek onderdrukt worden. Het is de terugkeer van Rousseau’s edele wilde, dat wat blanke engelse ravers willen zijn maar alleen kunnen benaderen door ecstasy te slikken (een van de meest stuitend domme claims die ik ooit heb gelezen) en waar zwarte artiesten die zich er niet aan conformeren (het tenenkrommende Jeff Mills interview in Energy Flash) op worden afgerekend.

Er is nog wat geneuzel over authenticiteit maar dat op brede schaal zoeken in popmuziek is een vrij naïeve onderneming (popmuziek is boven alles theater en mythologie.) Ironisch genoeg is M.I.A. iemand die juist heel goed aanvoelt wat de spanning is tussen authenticiteit en symboliek, de esthetisering van het politieke in haar vingers heeft en weet dat de zoektocht naar een muziek die zowel futuristisch is als het product van een compleet afgesloten lokale context een onmogelijke is. Dat plus charisma en een paar uitstekende tracks maakt M.I.A. een interessante artiest.