Saint Etienne’s verlate manifest
Eigenlijk vreemd dat de dubbele mix The Trip in de herfst van hun carrière verschijnt, nadat Saint Etienne album na album hun eigen esthetiek hebben weten te vormen en verfijnen. Want The Trip is een manifest voor een betere popwereld volgens Bob Stanley en Peter Wiggs. Opzienbarend is dat de mix zonder probleem had kunnen verschijnen ten tijde van hun debuut Foxbase Alpha (1991) want er staat bijna geen nummer op van na 1977. Dit is kortom een wereld waar ‘Anarchy In The U.K.’ en ‘I Feel Love’ nooit hebben bestaan. Dat voelt vreemd aan.
CD1 is de dansbare mix en voor mij als luisteraar niet compleet succesvol. De muziek valt eigenlijk in twee delen uit een. Allereerst Motown en pseudo-Motown liedjes en daarnaast een losse verzameling instrumentale tracks inclusief glorieuze opener ‘Cannabis’ van Gainsbourg. Nou heb ik een grafhekel aan Motown, met uitzondering van Smokey Robinson en The Temptations (en die staan er allebei niet op), dus is het af en toe geduldig wachten op de coole gedeeltes. En daar ontdek je een aantal leuke dingen zoals de bombast van Morricone’s ‘Deus Irae Psychedelico’ (titeltje!) die moeiteloos overgaat in ‘Hey Mr Holy Man’ van Kiss Inc. Lalo Schifrin die aan de haal gaat met ‘Jaws’. Vervolgens zijn er van die vreemde predisco easy listening percussiesymfonieën in de vorm van Candio Carmero Orchestra. Het prijsnummer is echter Jeff Brittons ‘Rub Out’. Ongelofelijk dat de ronkende bas, waar VET GELUID goeroes als Tiefschwarz (binnenkort meer in dit theater) jaloers van zouden worden, uit 1976 stamt. Wat ik mis, omdat je bij veel nummers hoort dat ze een inspiratie zijn geweest voor het Saint Etienne geluid, zijn de meer abstractere invloeden die hun muziek altijd redt van een complete overgave aan retro, namelijk dub en dat open gebied tussen italo disco en euro house.
Maakt niet uit want de tweede mix is een foutloze verzameling psychedelische ballads. Een winterse muziek, immers de psychedelische ervaring is, ondanks de vlammen van verlichting, een koude ervaring. De vertakkingen van het bewustzijn leiden naar tijdloze ruimtes van de kosmische geest en dat is meestal een onherbergzaam gebied. Hoe uiteenlopend de zangers en zangeressen hier zijn, ze lijken allemaal te opereren in een gebied van bevroren zielen, tussen de perceptie van engelen en een kind. En hier is de keuze voor louter pre-1977 muziek veel beter te begrijpen, het maakt niet uit: populisten, diva’s, folkies, existentialisten, ieders geluid leek in die tijd “onzeker”, op het punt van smelten/bevriezen. Een hedendaagse groep als Broadcast probeert dapper zo koud te klinken maar hier merk je dat er voorbij melodie en opnametechnologie een extra laag in muziek kruipt die onmogelijk is te reproduceren. Blijkbaar kan je het gewicht van de toekomst dat je (al dan niet onbewust) in je draagt nooit kwijtraken. Maar dat hoef je Saint Etienne weer niet uit te leggen.
CD1 is de dansbare mix en voor mij als luisteraar niet compleet succesvol. De muziek valt eigenlijk in twee delen uit een. Allereerst Motown en pseudo-Motown liedjes en daarnaast een losse verzameling instrumentale tracks inclusief glorieuze opener ‘Cannabis’ van Gainsbourg. Nou heb ik een grafhekel aan Motown, met uitzondering van Smokey Robinson en The Temptations (en die staan er allebei niet op), dus is het af en toe geduldig wachten op de coole gedeeltes. En daar ontdek je een aantal leuke dingen zoals de bombast van Morricone’s ‘Deus Irae Psychedelico’ (titeltje!) die moeiteloos overgaat in ‘Hey Mr Holy Man’ van Kiss Inc. Lalo Schifrin die aan de haal gaat met ‘Jaws’. Vervolgens zijn er van die vreemde predisco easy listening percussiesymfonieën in de vorm van Candio Carmero Orchestra. Het prijsnummer is echter Jeff Brittons ‘Rub Out’. Ongelofelijk dat de ronkende bas, waar VET GELUID goeroes als Tiefschwarz (binnenkort meer in dit theater) jaloers van zouden worden, uit 1976 stamt. Wat ik mis, omdat je bij veel nummers hoort dat ze een inspiratie zijn geweest voor het Saint Etienne geluid, zijn de meer abstractere invloeden die hun muziek altijd redt van een complete overgave aan retro, namelijk dub en dat open gebied tussen italo disco en euro house.
Maakt niet uit want de tweede mix is een foutloze verzameling psychedelische ballads. Een winterse muziek, immers de psychedelische ervaring is, ondanks de vlammen van verlichting, een koude ervaring. De vertakkingen van het bewustzijn leiden naar tijdloze ruimtes van de kosmische geest en dat is meestal een onherbergzaam gebied. Hoe uiteenlopend de zangers en zangeressen hier zijn, ze lijken allemaal te opereren in een gebied van bevroren zielen, tussen de perceptie van engelen en een kind. En hier is de keuze voor louter pre-1977 muziek veel beter te begrijpen, het maakt niet uit: populisten, diva’s, folkies, existentialisten, ieders geluid leek in die tijd “onzeker”, op het punt van smelten/bevriezen. Een hedendaagse groep als Broadcast probeert dapper zo koud te klinken maar hier merk je dat er voorbij melodie en opnametechnologie een extra laag in muziek kruipt die onmogelijk is te reproduceren. Blijkbaar kan je het gewicht van de toekomst dat je (al dan niet onbewust) in je draagt nooit kwijtraken. Maar dat hoef je Saint Etienne weer niet uit te leggen.
<< Home