Para nunca más vivirlo, nunca más negarlo
“Om het nooit meer mee te maken, nooit meer te ontkennen.” Met die eenvoudige doch ontroerende woorden is vorige week in Chile het lijvige rapport van de Commisie Valech over politieke martelingen tijdens de dictatuur van Pinochet verschenen. In De Volkskrant al omschreven als een ware horrorcatalogus.
Ricardo Lagos Escobar, de huidige president van Chile vraagt zich in de inleiding van het rapport af hoe men zulke verschrikkingen kan verklaren? En hij blijft het antwoord schuldig. Het blijft een mysterie ook al is het mogelijk op veilige afstand te redeneren over de mens als sadistische aap, het inherente kwaad van de mensheid, etc.
Ook al weet ik van mezelf dat ik verschrikkingen voorgoed blijf herinneren, heb ik vrijwel altijd de neiging gehad om in trance door te lezen, te blijven kijken. Het ergste willen zien. Maar nu durf ik niet. Of moet ik mezelf juist dwingen om wel te lezen, niet als filosofische confrontatie met de duisternis van de menselijke ziel maar om individuen te ontrekken uit de anonimiteit van abstractie getallen, de existentiële belediging van wegvagend geweld? Escobar waarschuwt: “niemand kan bij het lezen onverschillig blijven.”
Ongetwijfeld is sadisme en geweld van alle tijden en toch heeft de situatie in Chile mij altijd aangegrepen. Dat heeft denk ik te maken met een gevoel dat Zuid-Amerika in zijn algemeenheid nooit haar belofte heeft kunnen inlossen. Dat op het moment in de jaren 50 en 60 wanneer een links, welhaast futuristisch avantgardisme oude machtsverhoudingen dreigde om te gooien dit potentieel door een orwelliaanse laars de grond werd ingestampt. Aan de andere kant is het altijd een soort angstbeeld voor me geweest, de ultieme, niet te relativeren, humorloze nachtmerrie realiteit geworden, het voorbeeld van hoe je succesvol (ook economisch) een moderne fascistische politiestaat runt. Altijd in de wetenschap dat ik in zo’n situatie waarschijnlijk tegen de muur zou eindigen.
Het huidige Chile mag trots zijn dat ze op deze wijze (aan de hand van bijna 38.000 getuigenissen) heeft geprobeerd haar verleden onder ogen te zien (dat wat in Spanje bijvoorbeeld nog steeds een ongemakkelijk proces is.) En met leedvermaak neem ik de berichten tot me dat, de helemaal niet zo demente, Pinochet is blijven doorleven totdat zijn kinderen, nu in de volle wetenschap van wat hij heeft veroorzaakt, zich in afschuw van hem afkeren. Net niet wraak van het kaliber van griekse goden maar voorlopig goed genoeg.
Ricardo Lagos Escobar, de huidige president van Chile vraagt zich in de inleiding van het rapport af hoe men zulke verschrikkingen kan verklaren? En hij blijft het antwoord schuldig. Het blijft een mysterie ook al is het mogelijk op veilige afstand te redeneren over de mens als sadistische aap, het inherente kwaad van de mensheid, etc.
Ook al weet ik van mezelf dat ik verschrikkingen voorgoed blijf herinneren, heb ik vrijwel altijd de neiging gehad om in trance door te lezen, te blijven kijken. Het ergste willen zien. Maar nu durf ik niet. Of moet ik mezelf juist dwingen om wel te lezen, niet als filosofische confrontatie met de duisternis van de menselijke ziel maar om individuen te ontrekken uit de anonimiteit van abstractie getallen, de existentiële belediging van wegvagend geweld? Escobar waarschuwt: “niemand kan bij het lezen onverschillig blijven.”
Ongetwijfeld is sadisme en geweld van alle tijden en toch heeft de situatie in Chile mij altijd aangegrepen. Dat heeft denk ik te maken met een gevoel dat Zuid-Amerika in zijn algemeenheid nooit haar belofte heeft kunnen inlossen. Dat op het moment in de jaren 50 en 60 wanneer een links, welhaast futuristisch avantgardisme oude machtsverhoudingen dreigde om te gooien dit potentieel door een orwelliaanse laars de grond werd ingestampt. Aan de andere kant is het altijd een soort angstbeeld voor me geweest, de ultieme, niet te relativeren, humorloze nachtmerrie realiteit geworden, het voorbeeld van hoe je succesvol (ook economisch) een moderne fascistische politiestaat runt. Altijd in de wetenschap dat ik in zo’n situatie waarschijnlijk tegen de muur zou eindigen.
Het huidige Chile mag trots zijn dat ze op deze wijze (aan de hand van bijna 38.000 getuigenissen) heeft geprobeerd haar verleden onder ogen te zien (dat wat in Spanje bijvoorbeeld nog steeds een ongemakkelijk proces is.) En met leedvermaak neem ik de berichten tot me dat, de helemaal niet zo demente, Pinochet is blijven doorleven totdat zijn kinderen, nu in de volle wetenschap van wat hij heeft veroorzaakt, zich in afschuw van hem afkeren. Net niet wraak van het kaliber van griekse goden maar voorlopig goed genoeg.
<< Home