vrijdag, september 02, 2005

Les Bleus, altijd...

Als ik de mogelijkheid kreeg aangeboden om de tijd, het universum op een moment stil te mogen zetten dan zou het dit zijn:



8 juli 1982, zo rond 23:00, Alain Giresse scoort de naar alle waarschijnlijkheid beslissende 3-1 die een ontketend Frankrijk naar de finale van het wereldkampioenschap zal brengen. De onbestrafte poging tot doodslag van Toni “Poedel” Schumacher op Battiston eerder in de wedstrijd lijkt gewroken. Kortom de perfecte samensmelting van schoonheid en gerechtigheid. Een mooi punt voor het Einde van de Geschiedenis. Van het voetbal herinner ik me nog weinig, behalve een gevoel dat het spel zo gespeeld moest worden, terwijl ik weet nog precies waar ik me bevond: met de bijna complete familie (ook die enkele niet-liefhebber) in de televisiesalon van een chateau nabij Limoges. Met zijn allen leven we de wedstrijd en bij de 3-1 omhels ik mijn neef Olivier. Dan stort alles in. De West-Duitsers komen toch terug en winnen uiteindelijk na penalty’s (zelfs nadat Stielike eerst een penalty mist.)

Dat was het einde van het beste elftal dat ik ooit heb zien voetballen. Het rare is dat ik ze eigenlijk zo weinig aan het werk heb gezien (misschien vijf maal.) Voetbalbeelden waren nog niet omnipresent en het middenveld speelde eigenlijk zelden in die samenstelling: Tigana – Giresse – Platini – Genghini. Van alle vier was ik fan maar Genghini vond ik het meest fascinerend want een onbekende, mysterieus. Hij was dat WK in de basis gekomen, en omdat Platini tegen Oostenrijk geblesseerd was mocht hij, gelijk de meester, uit een perfecte vrije trap (nee, de perfecte vrije trap) de enige goal scoren. Tegen Noord-Ierland met de terugkeer van Platini (en nu ook Tigana erbij) werd dit het middenveld en begon Frankrijk te swingen, zoals ze West-Duitsland ook wegtikken. Het middenveld is door connaisseurs altijd geprezen maar ook verdedigers als Tresor, Bossis en Amoros waren elegante voetballers. Frankrijk wordt uiteindelijk in 1998 (terecht) wereldkampioen al zou de enige speler van die generatie die in dat elftal van 1982 zou mogen staan natuurlijk Zidane zijn (zou men in Frankrijk overigens oeverloos discussiëren over de vraag wie beter is: Platini of Zidane?)



Na dat trauma en met het oog op het EK in eigen land werd op het middenveld gekozen voor het gedraaf van de jonge Luis Fernandez. Frankrijk wint dat toernooi en in de eerste ronde (en heel even in de finale) is er nog een maal de hereniging van Het Middenveld waarmee de Belgen vervolgens met 5-0 worden dolgedraaid. Genghini is altijd een mysterie voor me gebleven, ik was allang vergeten dat hij Bernard heet en pas toen ik voor dit stuk wat feiten controleerde kwam ik erachter dat hij na dat WK van 1982 een seizoen voor St.Etienne heeft gespeeld. Kan me makkelijk voorstellen hoe dat is gegaan: het tijdperk St.Etienne loopt ten einde en Genghini wacht de onmogelijke taak om Platini te doen vergeten…en faalt.

Voetbal zit vol teleurstellingen, dat is inherent aan sport, en in zo’n subtiele, in zekere zin even complexe als eenvoudige sport, kan dat voor de gevoelige ziel hard aankomen. Dat De Duitser bijna karikaturaal altijd met lompe elftallen toch steeds keer op keer finales bereikt (volgend jaar ongetwijfeld ook weer) is een gegeven, dat hoort ook, zoals bepaalde acteurs gewoon goede bad guys zijn (de altijd-met-slecht-voetbal-winnende-Duitser is natuurlijk een mythe. Logisch, want anders zouden Duitse elftallen altijd kampioen worden terwijl Bayern München bijna zulke notoire finaleverliezers zijn als Juventus of Benfica, en we graag vergeten dat Duitsland inmiddels vier WK-finales heeft verloren. De Duitsers zijn niet eens slecht (een idioot als Schumacher daar gelaten), niet inherent Kwaad, zij zijn de noodzakelijke kracht die voor balans zorgt, zonder welke we de schoonheid van Hongarije 1954, Oranje 1974 en Frankrijk 1982 nooit zo diep zouden kunnen voelen.) Maar op die traumatische avond in Sevilla is door hen wel iets wezenlijks kapot gemaakt, een bepaalde naïviteit verloren gegaan, een vorm van voetbal gestorven. Niemand heeft ooit meer zo gevoetbald. Ajax in 1995 miste het raffinement, leunde teveel op systematiek. Misschien wat korte flitsen van Real Madrid op Old Trafford, de 2e helft in Nou Camp 2002 met de lobjes van Zidane en McManaman. Dan nog niet, want Real Madrid mist een belangrijke factor: het tragische (Real krijgt om de zoveel tijd ongenadig op zijn sodemieter om vervolgens de wonden te likken met een blik op de prijzenkast.)

Johan Cruijff is bekritiseerd vanwege zijn uitspraak aan het einde van Un Momento Dado waarin hij enigszins verbaasd stelt dat het Oranje van 1974 misschien wel beroemder is geworden omdat het de finale verloor. Cruijff bewijst daarmee intuïtief inzicht te hebben in de aard van de tragedie: het gevoel van onmacht, onbehagen dat het tragische element in voetbal brengt, een spiegeling van het vermoeden dat we allemaal hebben, namelijk dat het leven niet rechtvaardig is. Een verlies als dat van Oranje is catharsis, een verlies niet van ons (nationaliteit is eigenlijk geen factor) maar voor ons. En het roept talloze vragen op: algemeen filosofische als: waarom verliest “het goede”? Of is “het goede” om voor de schoonheid te verliezen? Als vragen over details die de loop van een wedstrijd/geschiedenis hadden kunnen veranderen: Wat als Wim Jansen niet een tackle inzet? Wat als Van Beveren keept? Wat als ze niet in het zwembad hadden gezeten? Wat als Van Hanegem de Tweede Wereldoorlog even van zich af had kunnen zetten? Etc.

Uiteindelijk is het op een ding terug te brengen: overmoed. Platini gevraagd naar wat er gebeurd na die 3-1 in Sevilla zegt later iets van “we geloofden dat we konden blijven spelen.” Ik stel het me voor als een soort collectief narcisme waar de bal de eigen genialiteit alleen nog maar reflecteert. Een extase die je doet geloven in de eigen onoverwinnelijkheid, of beter een hallucinatie dat nu alles vanzelf gaat: het lot als iets dat je overkomt in plaats van volbracht moet worden. Vergelijk het met Oranje dat, na de 1-0 van Neeskens, West-Duitsland 20-30 minuten lang wegtikt. Een 1-0 die te vroeg valt, dat wegtikken, door Ajax geperfectioneerd met het einde van een wedstrijd in zicht, is een tijdelijke utopie van het voetbal, waar alles lukt, alles goed is…en die nooit kan worden volgehouden. Een verkeerd scenario en hybris (de overmoed van degenen die zich gelijk aan de goden waant) maakt dit soort wedstrijden mythologisch.