vrijdag, november 05, 2004

Sneltreindag

Meer dan tweeënhalf uur in de trein naar Maastricht. Tweede gesprek voor toelating aan de Jan Van Eyck Academie. Slecht geslapen. Luister eerst een tijd naar Alice Coltrane’s Transfiguration. Doe mijn ogen open, een mooie dag en wat doen die paarden daar los lopend tussen de rivieren? De vrouwen worden steeds knapper richting Maastricht. Verbaas me wederom hoe mooi het centrum van de stad is (en het valt me weer op: is Amsterdam nu echt de enige stad zonder brug over haar rivier?) Ben vol vertrouwen. Ze laten me vervolgens een uur wachten, de vermoeidheid haalt me in, de zenuwen beginnen toch op te komen. Gesprek is kort maar zeer intens. Uitputtend. Probeer op mijn gebruikelijke zoekende, semi-stotterende wijze te ontspringen aan te diepe theoretische discussies waar ik mijn vingers aan kan branden. Kan ergens niet duidelijk maken dat ik Deleuze, etc gebruik als gereedschappen en geen slaafse adept ben, die even netjes samenvat waar het allemaal om draait in hun filosofieën (ik heb altijd een hekel gehad aan mondelinge overhoringen/tentamens, wat zeg ik, ik heb een hekel aan oraties, voordrachten, werkgroepen en discussies. Als iemand te lang lult komt er vanzelf onzin uit en dan ga ik me vervelen.) Ik voel me een theoretische bluffer. Loop in trance terug naar het station. Val bijna in slaap terwijl ik naar Sten luister. Hoe dichter bij Amsterdam hoe grijzer het weer (en dit gaat natuurlijk gepaard met de implosie van ruimte.) Als ik door de stad fiets is het contrast compleet: een ontevreden, opgejaagde massa, iedereen omgeven door dezelfde blauwgrijze waas. De hele reis krijgt het karakter van een droom, onwerkelijk.