woensdag, november 24, 2004

De geboorte van utopisch verlangen

Onlangs heeft Justine Het Huis van Barbapapa (1972) voor de kinderen gekocht. Toevallig een boek dat ik als kind ook had. Ik kom de laatste tijd in de bibliotheek soms oude kinderboeken tegen en geniet dan van de beelden die in een flits uit mijn herinnering worden getrokken. Het Huis van Barbapapa is echter altijd aan de oppervlakte van mijn geheugen blijven hangen omdat het zo mooi een aantal vraagstukken, angsten en wensdromen uit die tijd samenvat. En het is zonder twijfel waar mijn fascinatie voor de utopie is begonnen.

Kort samengevat. Het gezin van Barbapapa groeit uit hun te kleine woning. Ze vinden een aftands herenhuis dat ze opknappen. Helaas wordt vrijwel direct de hele straat door anonieme machines afgebroken zodat er flatgebouwen kunnen worden neergezet. Niks voor deze familie (mooi detail: iedereen in de flat kijkt of sip uit het raam of kijkt televisie.) Dus vluchten ze langs vervuilde rivieren richting het platteland waar ze een eigen huis bouwen en zichzelf kunnen ontplooien. De machines komen nog wat ‘static’ geven maar dit keer vechten ze terug en na de overwinning op The Man wordt er gefeest en gedanst.

Mooie details: de architectuur van hun utopische woning is een en al jaren 70 rondingen. Dat is altijd een visioen gebleven van hoe vrije architectuur er uit zou kunnen zien (extreme blokken heb ik sindsdien ook leren waarderen, dat is immers Sporenburg.) De coolste van het stel is natuurlijk Barbabientje, de boekenwurm die altijd een beetje afwezig van de groep zit te lezen (ze helpt niet eens mee met de verbouwing van het herenhuis want ze heeft al in een kamer nieuwe boeken gevonden.) Op haar nieuwe kamer hangen twee prachtige posters: een portret van een Barbahippie met afro en grote zonnebril en van een Barbapappa in de vorm van een fabriek waarvan de schoorsteen vervormt tot een vuist. Daar in een kinderboek zie je de oneindige charme van lezen als een ethiek van zelfverbetering.